Buduburam

15 maart 2004 - Kasoa, Ghana

Het Liberiaanse vluchtelingenkamp Buduburam ontstond eind 1989 begin 1990, na de eerste gevechten in Liberia. Aanvankelijk was het een tentenkamp, maar na enige tijd bleek de crisis in Liberia niet voor korte duur te zijn en werden er onder andere door de UNHCR huisjes, scholen en een kliniek gebouwd. Het kamp breidde zich door de jaren heen uit. Een opvang plek voor 4000 tot 5000 mensen werd een verblijfplaats voor ruim 20.000 mensen. Toen Charles Tailor, democraties, verkozen werd tot president, in 1998, vond de UNHCR het tijd dat de mensen terug zouden keren naar Liberia. Na een mislukt repatriëringsprogramma trokken zij hun steun aan het kamp, in juni 1999, volledig terug. Toen de UNHCR het kamp verliet, volgden alle humanitaire hulporganisaties en ook de Ghanese overheid trok zich terug. Ruim 20.000 mensen werden volledig aan hun lot overgelaten.  Na enige tijd bleek dat de Liberianen geenszins van plan waren terug te keren naar Liberia. Dit omdat de gevechten in Liberia nooit zijn opgehouden. Bijna veertien jaar lang zijn de gevechten tussen rebellen en de regering doorgegaan. En elke keer als de gevechten oplaaiede, nam de stroom vluchtelingen, naar het kamp, toe. De economische situatie in het land werd ook dusdanig slecht, dat er bijna niet meer te overlevenviel. Dus ook de mensen buiten de gevechtzones, hadden grote moeite om te overleven. Scholing, medische zorg, overheid voorzieningen, elektra, water en voedsel waren niet meer te krijgen. Het kamp Buduburam bleef groeien met gestage stroom Liberianen die in hun eigen land geen toekomst meer zagen. In de tijd dat de UNHCR, de Ghanese overheid en alle hulporganisaties zich hadden terug getrokken, groeide het kamp van 20.000 naar 40.000 mensen. Deze groei is onder andere ook veroorzaakt door de gevechten in Ivoorkust. Daar bevinden zich namelijk nog meer Liberiaanse vluchtelingen die dus opnieuw moesten vluchten, dit allemaal omdat er in Ivoorkust nu ook gevechten plaats vinden. Tijdens deze "korte" burgeroorlog, werden zij als buitenlanders doelwit van moorden en plunderingen. De SMA stuurde in 1999 de eerste lekenmissionais naar Buduburam, dit was Chris van Opzeeland. Samen met lokale medewerkers, zette zij een project op om werkende kinderen naar school te sturen, hielp mensen in medische noodsituaties, ondersteunde lokale scholen en kleine organisaties, had een project voor boeren en hielp veel mensen in noodsituaties. In 2001 kwam er een tweede lekenmissionais bij, Liesbeth Glas.  In maart 2001 verhuisden zij samen naar een stuk land, gelegen direct naast het kamp. Dit land was ooit gekocht door het bisdom van Cape Coast en werd aan de SMA leken ter beschikking gesteld om te ontwikkelen. Op dit stuk land hadden de Liberianen zelf al een katholieke lagere school neergezet. Met behulp van de Nederlandse ambassade in Accra, werd een Technical and Vocational Trainingscentre (TVTC) neergezet. Op deze school word les gegeven aan 250 leerlingen in: auto mechanics, timmeren en houtbewerking, elektriciteit, bouw en construction, kleding maken, zeepmaken en technisch tekenen. Zowel leraren als leerlingen krijgen workshops aangeboden. De workshops voor de leraren zijn niet alleen voor de TVTC leerkrachten, maar worden aangeboden aan een groep van zestig tot zeventig leerkrachten, werkzaam in het kamp. Veel mensen die voor de klas staan, zijn hierin niet geschoold, waardoor het niveau van onderwijs laag blijft. De leerkrachten krijgen workshops aangeboden in onder andere: classroom management, teachingskills, school administration, leadership and trauma healing. De studenten krijgen wekelijks les van de counselor van de school, die thema's behandeld als: anger management, peace building, verslavingsproblematiek, man/vrouw zaken enzovoorts. De school heeft ook een voetbal team en een discussie groep. De school is financieel zelfstandig in de zin dat leerkrachten betaald worden van het lesgeld dat binnenkomt. Er is echter nog wel steun nodig voor de workshops en lesmateriaal. Met de steun van uit Nederland, via een  donateur, zijn er toiletten gebouwd. Een jaar geleden kwamen de SMA leken in contact met twee jonge mensen die begonnen waren les te geven aan dove kinderen.  Deze twee, waarvan één zelf doofstom, en de ander tolk van gebarentaal, hadden een aantal kinderen verzameld en gaven deze kinderen elke dag een aantal uren les. De leerlingen variëren van 7 tot 23 jaar, sommigen waren nog nooit naar school geweest.  Zij spraken de wens uit meer voor hun leerlingen te willen doen en het liefst een eigen plek hebben.  Via het Liliana Fonds uit Nederland werden alle kinderen onderzocht en kregen de meeste een hoor-apparaat. In samenwerking met het audiologisch centrum, van de universiteit voor speciaal onderwijs in Winneba, en de mensen van het doveninstituut St. Michielsgestel, kregen de leraren workshops aangeboden. De scholengemeenschap Schijndel gaf een dusdanige financiële donatie dat een school gebouw met vier klaslokalen kon worden neergezet, op de Daybreak compound. Deze school, nog steeds ondersteund door het Liliana Fonds, is nu enige maanden open en heeft 20 leerlingen.  Dit aantal zal binnen een jaar beduidend groeien. Met de steun van de Nederlandse ambassade in Accra, werd een project op poten gezet voor 50 vrouwelijke farmers. Een aantal Liberiaanse vrouwen, die ook in Liberia van de landbouw leefden, wilden dat hier ook doen. Zij hadden nogal wat start problemen, door gebrek aan geld en kennis. Een jaar lang is deze groep vrouwen ondersteund met lessen en workshops om zowel land als gereedschap optimaal te leren gebruiken en onderhouden. Daarvoor hadden ze nodig: mest, zaden, gieters, werktuigen en bestrijdingsmiddelen. Deze groep vrouwen werkt nu volledig zelfstandig en houdt tweewekelijks meetings. Via de stichting Vrienden van Ghana (Mieke Meewis), is er een grote donatie gedaan aan de lagere school die naast de daybreak compound staat. Deze donatie heeft geleid tot een verbetering van lesmateriaal en boeken, bankjes/zitplaatsen voor alle leerlingen, sportmateriaal en het bouwen van toiletten.  Ook heeft de stichting ondersteuning geboden aan workshops voor de leerkrachten. Ook via de Nederlandse ambassade, werd een sanitair project voltooid.  Door dit project werden verstopte en volgelopen latrines, die ooit door de UNHCR waren gebouwd, onderhouden., schoongemaakt en leeggezogen. De daken, deuren en luchtkanalen werden gerepareerd en vervangen. Ook werden afwatering kanalen en afval kuilen gegraven. Er kwam een team van mensen die nu voor continu onderhoud zorgen.  Sanitaire problematiek heeft in het kamp geleid tot veel ziektes als tyfus en cholera.  Helaas zijn er al veel kinderen en mensen met een verzwakte weerstand aan overleden. Al langere tijd wordt er ondersteuning gegeven aan verschillende Liberiaanse organisaties in het kamp. Het ondersteunen van al bestaande initiatieven heeft immers voorkeur boven het opstarten van eigen initiatieven. Steun wordt gegeven in de vorm van: deelnemen aan vergaderingen, opzetten van structuur, probleemoplossing,aanwezig zijn ter stimulatie en kleine financiële ondersteuning.  Ondersteuning in deze vorm wordt gegeven aan: - School under the tree, een klein moslim schooltje dat buiten in de openlucht les geeft.  - SHIFSD, een organisatie die schrijf-en leesles geeft aan volwassenen vrouwen (gratis), een leesprogramma voor kinderen herften voorlichting verzorgd op HIV/Aids gebied - De  bibliotheek, - Resefond een organisatie die het kamp schoonhouden door veeg activiteiten, voorlichting en de vuilnis ophaalt, - Kleinere scholen door het geven van lesmateriaal als pennen, schriften en boeken. De kliniek in het kamp, die al sinds 1999 gesloten was, is op initiatief van de leken, in samenwerking met het bisdom van Cape Coast en het katholieke ziekenhuis in Apam, heropend. Sinds een half jaar is er naast de Liberiaanse staf en verpleegkundigen, ook een Frans doktersechtpaar aanwezig. Dit zijn Franse leken missionarissen.  Beiden werken fulltime in de kliniek, ze bekijken nu mogelijkheden om de kliniek uit te breiden. Dit is voor het eerst sinds jaren dat er medische zorg is in het kamp. Als mediater van het Liliana Fonds, hebben we de zorg voor zo'n 50 gehandicapte kinderen, zowel lichamelijk als geestelijk gehandicapt. Sommige kinderen kunnen medische behandeling of operatie krijgen, andere kinderen kunnen naar school gestuurd worden, sommige families worden ondersteund met het opzetten van kleine handeltjes, kinderen kunnen krukken, brillen of gehoorapparaten krijgen. Sinds oktober vorig jaar is er een plan opgezet om elektriciteit naar de daybreak compound eb de nabije omgeving te brengen. Dit is nu zover, de elektriciteit is aangesloten dus we hebben licht. Niet alleen de daybreak compound maar ook de lagere school en tien nabije gelegen woningen. Dit is een grote verbetering van de veiligheid en vergroot de mogelijkheid van mensen om initiatieven te ontplooien om in eigen onderhoud te voorzien. De meest intensieve activiteit, zeker op financieel gebied, ligt echter in het geven van noodhulp aan mensen die volledig zonder steun in het kamp zijn. De zwakste groep wordt gevormd door alleenstaande moeders met kinderen. En dan nog bij uitstek kleine kinderen. Helaas overlijden er veel kinderen aan de gevolgen van ondervoeding. Mensen die cholera, tyfus of andere behandelbare ziekten krijgen, worden geholpen als er écht geen steun voor hen is. Zwangere vrouwen en moeders met kleine babies worden geholpen met vitamine preparaten, melkpoeder of voedsel. Oudere mensen worden óók geholpen.  Mensen die dringend naar het ziekenhuis moeten in leven en dood situaties worden ondersteund waar mogelijk. Mensen in de laatste fase van aids, worden zoveel mogelijk begeleid, en het lijden wordt verlicht zover als dat mogelijk is. Ziekenhuis opname van stervende aidspatiënten en begeleiding van familie is een zware taak,emotioneel, psychisch en financieel. Dit is een grote bron van zorgen, omdat hier veel geld naartoe gaat. In augustus 2002 vertrok Chris van Opzeeland, in februari 2003 werd zij opgevolgd door Colinda Janssen. Momenteel zijn er twee lekenmissionaissen werkzaam op de Daybreak compound in het Liberiaanse vluchtelingenkamp Buduburam. Zij dragen eindverantwoording voor de hier eerder genoemde projecten. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het zoeken naar fondsen voor het voortzetten van deze activiteiten. Momenteel hebben zij behoefte aan financiële ondersteuning in de volgende zaken: Meer geld voor medische noodsituaties behandeling van ernstig zieke mensen onder andere aidspatiënten. Het kunnen geven van melkpoeder en extra voeding aan ondervoedde kinderen. Het kunnen betalen van een kleine vergoeding voor lokale medewerkers om goede uitvoer en continuïteit van verschillende projecten te verzekeren. Ondersteuning om een goede auto te kopen. Ondersteuning om workshops te blijven geven aan leerkrachten. Het bouwen van werkplaatsen voor de technische school en het verkrijgen van verschillende gereedschappen. Financiële ondersteuning voor het bouwen van een office voor de mensen van SHIFSD. In de afgelopen maanden zijn er veel ontwikkelingen geweest, die nieuwe hoop geven op vrede in Liberia. Voor de ruim 41.000 vluchtelingen in Buduburam kwam er een sprankje hoop, ooit weer terug te kunnen keren naar hun eigen land. Sommige vluchtelingen hebben familie in Amerika en hopen via een gezinshereniging programma te kunnen emigreren, dit zijn echter enkelingen. Het merendeel van de mensen zit vast in Ghana. Tot nu toe konden zij niet voor- of achteruit. In Ghana zijn bijna geen mogelijkheden voor Liberianen, ze zijn er niet écht welkom, wat meestal het lot is van vluchtelingen wereldwijd. Ghana heeft zelf genoeg problemen en kan moeilijk 41.000 vluchtelingen onderhouden wanneer het niet in staat is voor haar eigen mensen te zorgen. Vrede in Liberia zou dus een heel nieuw toekomst perspectief zijn voor veel Liberianen in het kamp. Op de Daybreak compound wordt er vaak over gesproken. De scholen die hier gebouwd zijn en hun structuur functioneren bijzonder goed, iedereen heeft een volwaardige plek en het is betaalbaar onderwijs. De scholen zijn binnen één jaar al aardig zelfvoorzienend. Vaak wordt er gesproken over de mogelijkheid een zelfde compound te bouwen in Liberia, er is daar een gebrek aan goede scholen. Veel mensen hebben door de veertien oorlogsjaren een groot gat in hun opleiding of hebben helemaal geen scholing gehad. Veel kindsoldaten, ex- kindsoldaten en rebellen staan zo met lege handen, ze hebben jarenlang gevochten, waardoor zij niet naar school zijn geweest. Ook op de Daybreak compound kun je veel voormalige kindsoldaten en rebellen vinden. Vandaar dat traumahealing en pracebuilding net zo belangrijk zijn als technische kennis die de studenten krijgen. Het concept van scholen,  zoals die van de Daybreak compound, werkt erg goed, en veel van de leerkrachten en leidinggevenden willen dit overbrengen naar Liberia. Het kan nog wel één of twee jaar duren, voordat er een stabiele situatie is in Liberia, maar Liesbeth Glas en Colinda Janssen (SMA) en een aantal Liberianen, werkzaam op de Daybreak compound, kijken serieus naar de mogelijkheden. Het idee is, de Daybreak compound een zuster compound in Liberia te geven. We proberen een brug te slaan van Ghana naar Liberia, voor terugkerende vluchtelingen. 

Lieve allemaal, Ten eerste wil ik jullie bedanken voor de moeite en bijdrage die jullie hebben geleverd aan een geslaagde Afrika dag in de Radboud kerk in Deventer. Deze opbrengst zal zeker ten goede komen aan één van onze projecten in het vluchtelingenkamp Buduburam. Welk project, en het hoe en wat zal ik zeker terugkoppelen en beschrijven in één van mijn mails. Hoe het hier momenteel gaat? Nou het gaat wel. Ik zit, zoals dat mooi heet, in een cultuurshock. Her klinkt verschrikkelijk maar dat valt ontzettend mee. Het is een tijdelijke dip waar ik zeker weer uitkom, ik heb nog steeds het volste vertrouwen in een geslaagde missie. Het is een zoeken naar eigenheid, iets vertrouwds vinden, iets dat eigen is of kan worden. Alles hier in Ghana is anders; mensen zijn anders, een is anders, geuren zijn anders, wonen is anders maar dan ook alles is anders dan thuis. Hier ken ik nog niets, vaak heb ik het gevoel een baby te zijn die alles voor het eerst moet ontdekken. Het dubbele hieraan is, ik ben geen baby, ik heb mijn eigen geschiedenis, mijn eigen kunnen en kennen meegenomen, dat is mijn bagage. Deze wetenschappen worden hier heel anders gezien, geïnterpreteerd en beleefd. Omgangsvormen, culturele verschillen, hoe klein ook, ik loop er tegen aan en moet er mijn weg in vinden. Maar is ben ervan overtuigd dat dit een geslaagde missie wordt. 

Jouw reactie