Derde rondzendbrief

7 januari 2004 - Ghana, Ghana

Er is weer ontzettend veel gebeurd in de afgelopen maanden. Zoveel dat ik vaak niet weet waar te beginnen met het inleiden van mijn rondzendbrief. In mijn vorige nieuwsbrief schreef ik dat ik een gelukkig mens ben in Fetteh Kakraba, gelukkig in het kamp en gelukkig in Ghana, dus een gelukkig mens. Het kamp kan komen te vervallen, sinds december ben ik niet meer werkzaam in Buduburam. De samenwerking tussen Liesbeth en mij verliep erg stroef, al geruime tijd waren er spanningen tussen ons, die niet meer op te lossen waren. We hebben een gesprek gehad met pater Koos Janssen waarin is besloten dat ik mijn werk neerleg in het kamp omdat Liesbeth er al twee jaar werkzaam is. In mijn dagboek schreef ik: De spanning tussen Liesbeth en mij was niet meer vol te houden. We begonnen elkaar werkelijk te ontlopen. Zeiden niets meer tegen elkaar, om op zo'n voet verder te gaan is vreselijk. Dus na het gesprek met Koos Janssen heb ik gezegd dat ik het niet meer zag zitten, dat ik zou vertrekken.  Onmogelijk of ondenkbaar dat Liesbeth deze stap gezet zou hebben. Ik voel me verloren en alleen, vooral weinig ondersteunt en begrepen. Ook heb ik gesproken met An en pater Frans, in het nieuwe jaar zal ik enkele projecten bezoeken, om vandaaruit een keuze te maken voor een nieuwe werkplek. Het was absoluut niet makkelijk, maar zo langzamerhand begin ik steeds meer behoefte te krijgen om me te richten op iets nieuws, totaal iets anders. Het heeft veel impact op mij gehad, ik had goede en leuke contacten in het kamp, nog steeds vind ik het kamp een bijzondere plek om te werken. Heel blij ben ik dan ook dat ik deze ervaring heb opgedaan, werkewerken in een vluchtelingenkamp met mensen uit Liberia, een geweldig mooie ervaring, waar ik ontzettend dankbaar voor ben. Ik ben nog wél bezig met Joshua en Dorcas, de twee kinderen die verlamd zijn en ontzettend grote decubitus wonden hebben. Met Dorcas bezoek ik regelmatig het ziekenhuis in Cape Coast waar zij fysiotherapie krijgt. Ik heb me vooral gericht op haar moeder, die de zorg moet gaan dragen voor haar dochter, elke week naar Cape Coast moet en thuis de oefeningen voortzetten. Dit gaat gelukkig erg goed, iets waar ik heel blij mee ben. Joshua gaat heel waarschijnlijk naar Australië, via de UNHCR zal hij heel waarschijnlijk, samen met zijn familie, meegaan in een ressetelment programma. De UNHCR hier in Ghana, heeft haar belofte al uitgesproken naar de familie, terwijl de mensen in Australië nog geen akkoord hebben gegeven. Dus dit alles is wel spannend. Aangezien ik al een tijdje met deze twee kinderen werk, heb ik me voorgenomen dit werk voort te zetten tot ik iets anders gevonden heb. Met iets anders zoeken ben ik nu volop bezig. Ik heb me, na mijn besluit om te stoppen in het kamp, even de tijd gegeven om alles te verwerken, me voor te bereiden op mijn bezoek. Mijn tweede bezoek, Cristel een goede vriendin van mij komt van 20 december tot en met 29 december naar Ghana. Heerlijk om iemand hier te hebben die mij door en door kent, weet hoe ik kan reageren op situaties als deze. Het was heerlijk om negen dagen samen met Cristel te zijn, we hebben veel gepraat en uitgerust. In deze dagen zaten óók de Kerstdagen, maar het gevoel van Kerst heb ik absoluut niet gehad, waarschijnlijk door de warmte. Voor mij is het toch een combinatie van donkere, koude dagen en het allermooiste is sneeuw, ijs en vrieskou. Dit hoort voor mij echt bij de decembermaand. Samen met vrienden uit Winneba hebben we toch een beetje Kerst gevierd. Na het vertrek van Cristel hadden we een feestje van pater Frans, hij vierde zijn veertig jarig priesterschap in de tuin van het missie huis in Winneba. Een gezellig samenzijn met alle SMA-religieuzen en vrienden van Frans. Na al deze hectiek hebben we de overstap gemaakt naar 2004. In dit nieuwe jaar heb ik een start gemaakt met het zoeken van een nieuwe werkplek. De eerste die ik bezocht heb is Ahotukrum, vlakbij Cape Coast, een plek met kinderen met leerproblemen, moeilijk verstaanbaar gedrag die veel begeleiding vragen. Het project wordt gerund door twee zusters, sister Pat en sister Monica twee geweldig lieve vrouwen, die je het gevoel geven van welkom te zijn en je op je gemak stellen. Het waren fijne dagen omringd te zijn met positieve lieve mensen. Het werk op zich is niet het werk waar ik denk gelukkig in te worden. Werken met kinderen met een verstandelijke handicap, moeilijk lerende kinderen begeleiden in een klas, maar óók de teachers. Ik merk dat ik dit wel gehad heb, met het werken binnen de Lathmer, in Nederland. Liever ga ik verder zoeken naar iets dat beter bij me zal passen, iets vernieuwend. Mijn eerste volgende stap is naar Accra, het mental hospital, psychiatrisch ziekenhuis.  Hier zal ik meelopen binnen een kinder afdeling en een schooltje, speciaal voor deze kinderen. Daarna zal ik CAS bezoeken, Catholic Action for Street children, een project waar Peter-Paul, een SMA collega van mij al ruim zes jaar werkzaam is en het enorm naar zijn zin heeft. Street Girls Aid is een onderdeel van CAS, iets waar ik wel oren naar heb. Maar ik ga alles rustig bekijken, ervaren en zeker niet te snel oordelen. Graag wil ik een project in de Volta region bezoeken waar een vrouw, Bernice Boohm, werkzaam is. Ze heeft een project voor jonge vrouwen die in de prostitutie werkzaam zijn geweest en besmet zijn met het Aidsvirus. Hier ben ik enorm nieuwsgierig naar en misschien heeft Berenice hulp nodig binnen haar project en zou ik diegene kunnen zijn die haar komt ondersteunen. Mijn nieuwe jaar is begonnen met reizen en ontdekken van nieuwe werkplekken. Spannend, wat zal mijn nieuwe werkplek zijn/inhouden maar vooral waar zal deze plek zijn? Zal ik moeten verhuizen en mijn huisje in Fetteh Kakraba op moeten geven? Ik heb mezelf de tijd gegeven om alles rustig te bekijken en te laten bezinken. Volgende maand, als Frans terug is (ooroperatie in Nederland), een definitieve beslissing nemen in mijn keuze.